Faghm
De sixties. Stel je voor. Vader en zoon in één
band. Ons wereldbeeld naar de maan. Vaders
waren toch om je tegen af te zetten. En vaders
wilden niet dat hun zoon zulke muziek maakte.
Wie van de twee was niet normaal, vader of
zoon? Welke zoon nam nou zijn vader mee op
het podium? Vaders kon je toch niet vertrouwen.
Welke vader schaamde zich nou niet voor zijn
zoon? En nog wel zo'n zoon. Een podiumdier.
Ook jaloers. Een vader die zich niet voor zijn
zoon schaamde. Wat een wereldkerel. En dan
nog wel dezelfde muziek maken. Eentje die het
snapte. Of was het een manier een
extravagante zoon in de gaten te houden? If you
can't beat him, join him? Zo iets?
Kom Gertie Morsman vertel!
Poparchief Twente ging een verhaal halen.
De in 1947 in Hengelo geboren Gertie
Morsman had voor zijn 17e nauwelijks van
popmuziek gehoord, maar groeide binnen
enkele jaren uit tot de dampende frontman van
de legendarische, scheurende Hengelose band
Faghm. Opgegroeid met klassiek, opera en
operette, maar ook jazz, is het niet zo heel
vreemd dat hij door Pel Kotkamp wordt
uitgenodigd om plaatjes aan elkaar te praten in
de voorloper van de RootieTootie, de
Leeuwenbar, waar dan nog voornamelijk
dixieland gedraaid wordt. Als de tijd om
aanpassing vraagt en de dixieland langzaam
vervangen wordt door jazzy rhythm and blues à
la Georgie Fame is Morsman snel om en vormt
samen met o.a. Freddie Wouda en Herman ten
Tije de band Sound ’66. Hun eerste optreden
vindt plaats in het speeltuingebouw aan de
Twekkelerweg in Hengelo. In Sound ’66 leert
Morsman dat er op het podium meer uit een
optreden te halen is, iets wat hij bij later uit zal
bouwen. Met de komst van gitarist Adri Banis
wordt Faghm geboren. Het repertoire bestaat uit
spetterende soul en andere zwarte muziek met
een meer jazzy achtergrond. Nummers als Take
Five, Caravan van Duke Ellington en Gershwin’s
Summertime krijgen bij Faghm een eigen
karakter vooral als de band uitgebreid wordt met
de blazers, Karel Morsman, Karel Jacobs, Ben
Seelen en ene Peter. Gertie ontwikkelt zich als
een entertainer eerste klas. Waar andere bands
een show weggeven, leuk om naar te kijken,
laat Gertie het publiek deelnemen. Van publiek
wordt meer gevraagd dan alleen applaus. Hij
dwingt het letterlijk op de knieën. Morsman gaat
verder dan het publiek ‘yeah’ te laten roepen op
de vraag of everybody happy is. Wie heeft niet
nog jaren later op een bruiloft tijdens een
imitatie van Gertie’s versie van “Amen” op de
knieën gezeten. Door bijna geheel Nederland
teistert hij microfoon en buizenzangversterker
met zijn dynamische stem, altijd muzikaal.
Faghm staat op de podia met menig grote
Nederlandse band. Als er één opvallende band
is in Twente, die voor een onvergetelijke
ervaring kan zorgen is het Faghm. Zalen gaan
plat en van alles wordt uitgeprobeerd. Voor een
tour met de NVSH maken ze experimentele
muziek met licht en projecties. Menig Twentse
muzikant droomt van dit succes, maar zoals
zoveel succesvolle artiesten heeft Gertie
eigenlijk nauwelijks in de gaten welke impact
zijn charisma en optredens hebben.
Na nauwelijks vier jaar bestaan te hebben valt
onverwacht het doek. Gertie krijgt de ziekte van
Pfeiffer, moet rust houden en wordt tijdelijk
vervangen door Carel Swagerman, die hem
wekelijks verslag komt uitbrengen. Na zijn
terugkeer doet Morsman nog één optreden en
houdt het dan voor gezien. Het heilige vuur is
opgebrand, zijn motivatie weg.
Als bij de Enschedese Honest Men de fluitist,
Martin Hofman vertrekt haalt Johan Aldenkamp
Gertie binnen de groep. Morsman en de Honest
Men komen in het midden bij elkaar. Honest
Men wordt ruiger en experimenteler, is geen
Honest Men meer en voor Gertie is de
publieksparticipatie zo goed als afgelopen. Of
de waarheid in het midden ligt, valt dus te
betwijfelen. Honest Men heeft een duidelijk
blank repertoire en Gertie is meer bedreven in
de zwarte muziek. Waar hij echter van onder de
indruk raakt en diep respect voor heeft is de
werklust, de professionaliteit en kwaliteit van
zanger Henk Bruinewoud en de zijnen.
Wekelijks komen ze goed voorbereid op
repetities. Het is allemaal minder vrijblijvend dan
bij Faghm. Het doet hem duidelijk deugd. Maar
in mei 1970 stopt hij ook hier. Hij moet
eindexamen doen voor de kunstacademie.
Gertie Morsman is net als zijn vader een
Armonia-man. Bij deze muziekvereniging van
Stork leerde hij piccolo, dwarsfluit en saxofoon
spelen. Na de middelbare school ging hij naar
de kweekschool. Al snel kwam hij daar in
conflict met de muziekleraar die hem blokfluit
wilde laten spelen, wat niet zo best was voor de
embouchure nodig voor zijn andere
blaasinstrumenten. Een dergelijke houding werd
niet in dank afgenomen en Gertie zag de bui
hangen, koos snel eieren voor zijn geld, verliet
de school en deed toelatingsexamen voor de
kunstacademie (Aki) in Enschede. In de
tussenliggende periode zorgde pa Morsman
voor een baantje bij Stork en via een vriendin
verrichtte hij hand- en spandiensten (lees
glazen ophalen) bij de Londense Marquee club.
Op de Aki weet hij behendig door het dan nog
heersende strenge regiem te laveren.
Ongeoorloofd afwezig zijn werd nog streng
gestraft, maar voor hem als uitvoerend muzikant
werd door de directeur een oogje toe geknepen.
Een klasgenoot was Ben Jolink. Zij werden
maatjes en zouden dat blijven met veel
wederzijds respect. Zijn eindexamen van de Aki
sloot Morsman af met een expositie in galerie
Markt 17 in Enschede. In een nachtelijke droom
kreeg hij het advies zich te melden bij de
Bayerischer Rundfunk en hij besloot de
volgende morgen de trein naar München te
pakken, waar hij tot zijn verbazing per direct bij
de omroep op proef werd aangenomen op de
postkamer. Dit werk voerde hem langs alle
afdelingen van de omroep en hier kwam hij
weer in contact met klassieke muziek. Een
administratief foutje ooit gemaakt in Hengelo
zorgde er voor dat hij geen bewijs van goed
gedrag kon overleggen om een vaste
aanstelling te krijgen. Dus terug naar Hengelo.
Zijn hernieuwde belangstelling voor klassieke
muziek deed hem besluiten de opleiding
orkestdirectie te volgen aan het Twents
conservatorium. Met dit diploma werd hij
aangenomen als non-verbaal therapeut in de
tbs-kliniek Veldzicht in Balkbrug, waar hij 15 jaar
werkte. Ondertussen dirigeerde hij operettes.
Het beest mag getemd lijken, maar Morsman
was nooit een beest geweest. Hij was zichzelf
en bleef zichzelf. Ooit wel een podiumdier dat
graag de zaal op stelten zette, maar naast het
podium een aimabel figuur, dat graag alles
onderzocht. Zijn interesse in popmuziek taande.
Hij was niet meer de Gertie van Faghm. Hij wou
geen instituut worden, geen karikatuur van
zichzelf. Hij heeft nog een paar keer aan een
revival meegedaan, maar eigenlijk heeft hij daar
spijt van. Hij moest zichzelf imiteren. Graag
bezoekt hij nog collega’s en muziekvrienden
backstage, maar de Gertie van Faghm is niet
meer.
De liefde bracht hem naar Zwitserland waar hij
nog andere talenten bij zichzelf ontdekte. In
kleine kring had hij succes met de vertolking van
songs van Sinatra of Louis Armstrong. Vanuit
Zwitserland maakte hij nog een uitstapje naar
de V.S. waar hij wat schnabbelde als
operettedirigent. Maar door problemen met
werkvergunningen moest hij al na een half jaar
weer terug naar Europa. Wordt vervolgd.
Faghm komt van de eerste letter van de
voornamen van:
Freddy Wouda, basgitaar
Adri Banis, gitaar
Gertie Morsman, zang, sax en dwarsfluit
Herman ten Tije, drums
Martin de Leeuw, orgel
Later treden toe Karel Morsman op sax en Karel
Jacobs op sax en klarinet.
Freddie Wouda wordt vervangen door Ipo
Oosterhuis ( voorheen Hun , later After All en
Merano’s).
Adri stapt over naar de basgitaar
Ipo op zijn beurt word weer vervangen door
Jimmy van Bokhoven.
Beppie Kamphuis (First Move, Centurions,
Sunset) vervangt Jimmy van Bokhoven.
Drummer Herman moet in militaire dienst en
Ronnie Berends neemt zijn plek in. Ben Seelen
(Sunset) speelt trombone en ene Peter speelt
trompet. Als Martin de Leeuw vertrekt neemt
Ben Bemer (Block) het over. Na Ronnie speelt
Eddy Tichelaar drums.
Wegens ziekte van Gertie wordt Carel
Swagerman (First Move, Husky) een paar
maand zijn vervanger. Ook bassist Toon
Heebink (Centurions, First Move) wordt nog lid
van Faghm. Faghm is langzamerhand een
Enschedese band geworden.
Voor boekingen kan men terecht bij manager
Herbert Spier.
Armonia komt van Stork. De vereniging is niet
het resultaat van een bevlieging van enkele
enthousiastelingen. Het initiatief kwam van de
Storkdirectie, die een eigen muziekvereniging
wel vond passen bij het in 1895 geopende
Vereenigingsgebouw.
Al in het najaar van 1896 volgde het eerste
optreden bij de aflevering van de 1000e
stoommachine. Tot 1972 trad Armonia op als
“Orkest der machinefabriek Stork” onder leiding
van o.a. Klaas de Rook en Iman Landheer. Bij
de opsplitsing van Stork werd de vereniging
losgekoppeld van het bedrijf en is Armonia een
zelfstandige vereniging geworden met een
eigen verenigingsgebouw.
Bron: Website Armonia
Terugblik op een muzikaal leven
Adri Banis speelde van 1966 tot 1971 bij FAGHM, één van de bekendste Hengelose bands van
de jaren zestig; eerst als gitarist, daarna als bassist. Bert Freriks woonde bij Adri in de straat en
kent hem al vanaf zijn jeugd. Ze voetbalden samen bij de junioren van Hengelo en maakten deel
uit van de Goorse beatband de Jinx, totdat die band uiteen viel, doordat Adri de overstap naar
FAGHM maakte. Na FAGHM maakte Adri deel uit van een groot aantal popgroepen en speelde
later met bekende muzikanten o.a. Adje Vandenberg, Jos Zomer (Vandenburg), Eef van de Wal,
Beppie Kamphuis en Elisa Krijgsman. Hoog tijd voor een terugblik op een muzikaal leven.
Adri, we beginnen natuurlijk bij het begin. Kun je iets over je jeugd vertellen, ben je
opgegroeid met muziek?
Ja, ik ben op gegroeid met klassieke
muziek. Mijn ouders gingen vaak
naar concerten in de Hengelose
schouwburg en naar het Forum in
Enschede. Dus in huis waren veel
opera’s en orkesten te beluisteren.
Aangemoedigd door mijn ouders
ging ik naar de muziekschool. Naast
de muziekschool koos ik voor de
viool als instrument en kreeg les
van Johan Fischer. Omdat hij ook
dirigent was van het jeugdorkest
Elad werd ik uitgenodigd om in dit
orkest mee te spelen. Maar dat heb
ik maar kort volgehouden, omdat ik
veel liever wilde voetballen. Met
knikkende knieën heb ik toen tegen
Johan Fischer verteld dat ik wilde
stoppen met viool spelen. Hij was
een autoriteit op muziekgebied en speelde zeer verdienstelijk hobo. Ik had zeer veel respect
voor hem. Hij vond het jammer want ik had een goede “strijk “ zoals hij toen zei.
Enfin, ik ben gaan voetballen bij HVV Hengelo, dat vond ik in die tijd veel leuker en spannender,
net als jij. We hebben nog samen gespeeld in een aantal jeugdelftallen en zijn vaak kampioen
geworden. Maar dat kwam ook door Benno Goosens, hij stond altijd wel garant voor een aantal
doelpunten per wedstrijd. Benno speelde uiteindelijk ook in het eerste elftal van HVV Hengelo en
later bij Achilles ‘12. Zo ver heb ik het echter niet geschopt. Ik speelde in de verdediging.
Je koos toen voor voetballen, maar op een gegeven moment begon de muziek toch weer
aan je te trekken.
Dat klopt. Dat kwam door Peter Benjamins, een klasgenoot van mij op de ambachtsschool. Hij
was gitarist en speelde in een aantal bands. Hij trad zelfs op in Duitsland. Geboeid luisterde ik in
de pauzes naar zijn mooie en vooral bijzondere verhalen over die optredens en ik bezocht hem
regelmatig bij hem thuis in Klein Driene. Na wat aarzelen gaf hij mij uiteindelijk gitaarles. Mijn
oudste zus had een Spaanse gitaar, daar begon ik op te oefenen, eindeloos, tot zelfs mijn
ouders er genoeg van kregen. Werkelijk elke vrije minuut zat ik te pingelen. Willy Oortgiesen zat
ook op dezelfde ambachtsschool, een begenadigd muzikant. Hij woonde in Goor en heeft mij op
een gegeven moment laten kennismaken met een aantal jongens uit Goor die een beatgroep
wilden beginnen en een gitarist zochten. Zij zagen mij als gitarist wel zitten. De Goorse
beatgroep de Jinx werd al gauw opgericht. Wij vroegen er toen jou bij als zanger. We hadden
een vrij grote fanclub en werden zeer bekend in Goor en omstreken. We hebben nog in het
naprogramma van Q65 gespeeld en in Loosdrecht-de Funtushoeve een paar nummers gespeeld
bij een optreden van The Shoes.
Hoe kwam je bij FAGHM terecht?
Gert Morsman, die bij mij in de buurt was komen wonen, had mij in de Ark in Hengelo met de
Jinx zien spelen. Hij polste mij over een nieuw op te richten band. Dat was eind 1966.
Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om als gitarist mee te doen en ben toen bij de Jinx
weggegaan. Ik was aan een nieuwe muzikale uitdaging toe, maar wilde ook in Hengelo spelen
en niet steeds weer naar Goor reizen. FAGHM bestond toen uit Fred Wouda op basgitaar, Gert
Morsman, zang en fluit, Herman ten Tije op drums, Martin de Leeuw op orgel en ik. We hebben
eerst veel geoefend in de werkplaats van Fred Wouda’s vader, die daar orthopedische schoenen
maakte. Het eerste optreden van FAGHM was begin 1967 in het Krejenus in Hengelo, het latere
Fashion. Aan dat gebouw aan de Langelermaatweg had ik nog een speciale herinnering, ik heb
daar in de eerste klas van de kleuterschool gezeten. Ik heb dat altijd een merkwaardig toeval
gevonden. Gert zat op de kunstacademie AKI in Enschede en Bennie Jolink zat bij hem in de
klas. Tijdens het eerste openluchtconcert in Lochem in 1968 was Bennie als fan van ons ook van
de partij. Hij klom tijdens ons concert in een boom bij het podium zodat hij het beter kon zien.
Tijdens een bezoekje met Gert aan het huis van Bennie Jolink in de buurt van de AKI in
Enschede vroeg Bennie mij om hem wat akkoorden voor te doen. Hij wilde ook gitaar leren
spelen.
Dus je hebt er eigenlijk aan bijgedragen dat Bennie Jolink muzikant werd.
Nou ja, eigenlijk vond ik dat wel grappig later, toen Bennie met Normaal begon.
Terwijl jullie steeds bekender werden.
Inderdaad, we werden overal gevraagd. Van Limburg tot in Zeeland, het Westen en het Noorden
en over de grens in Duitsland. We speelden op Hemelvaartsdag 1967 in de Kosterkoele in
Markelo tijdens het eerste openluchtconcert en ook bij het eerste
openluchtconcert in Lochem, een jaar later. Ach, waar hebben we in
die tijd eigenlijk niet gespeeld. Ik herinner me nog een optreden op het
Marktplein van Hengelo, samen met de Hunters, de groep van Jan
Akkerman. We hebben in tal van voorprogramma’s gespeeld, o.a. in
het voorprogramma van Status Quo, John Mayall and the
Bluesbreakers, The Kinks, Cuby and the Blizards, Motions, Outsiders.
Eigenlijk te veel om op te noemen. We speelden toen echt ontzettend
vaak en met veel succes. De eerste personele wisseling kwam
doordat bassist Fred Wouda in de zaak van zijn vader begon te
werken en daarnaast veel tijd nodig had voor zijn studie. Jimmy een
hele goede gitarist, ik ben zijn achternaam vergeten (Dit was Jimmy
van Bokhoven), wilde heel graag bij ons komen spelen en ik ben toen
basgitaar gaan spelen.
Beschouwde je dat niet als een soort degradatie, om in
voetbaltermen te spreken?
Nee, totaal niet. Ik ben daarna ook altijd basgitaar blijven spelen. Het is de uitdaging als het ware
om een gitaarpartij heen te spelen als bassist. Dit betekent, heel kort gezegd, dat je in dezelfde
toonladder variaties verzint om de ritmepartij van de gitaar heen. Maar het belangrijkste is dat je
een fundament bent voor het ritme samen met het slagwerk en het akkoordenverloop. M.a.w.
een verbindende factor in de band en dat sprak mij aan. Omdat Fred eruit ging, betekende dit
ook dat wij naar een andere oefenruimte moesten uitkijken. We speelden enige tijd in de
huiskamer van de familie Morsman aan de Stephensonstraat. Hierdoor kwam de vader van Gert
in beeld. Hij speelde saxofoon. Eerst deed hij min of meer voor de grap met ons mee, maar al
gauw werd dat serieuzer. Onze muziek leende zich ook erg goed voor blazers. We speelden
rhythm 'n blues en jazzrock. Het in de huiskamer oefenen was natuurlijk niet optimaal en al gauw
zochten we naar een andere ruimte. Pa Morsman, zo noemden we hem, vond bij Stork een
ruimte waar we konden oefenen, naast de modelmakerij aan de Lansinksweg. In die villa hebben
we op zolder vele uren geoefend. Tijdens een van de repetities zijn opnames gemaakt. Dit zijn
de enige audio opnames van FAGHM die nog bestaan. Het oefenen op zolder was trouwens een
hele happening, dat kwam mede omdat Martin de Leeuw onze organist, een loodzwaar
hammondorgel had gekocht. Trap op/trap af, wat een ramp.
Wat me altijd heeft verbaasd is dat jullie zoveel succes hadden, maar dat jullie nooit een
plaat hebben gemaakt.
Nou, we waren er een keer dichtbij. Hans van Hemert, in die tijd een beroemde
muziekproducent, vroeg ons om een plaat op te nemen. We maakten opnames in studio
Lumière in Bussum. Hij vond ons heel origineel en ook goed, maar het was voor die tijd niet
commercieel genoeg. Dus helaas, die plaat bleef uit.
In deze periode werd de band ook uitgebreid met een blazer: Karel Jacobs. Karel speelde
klarinet en saxofoon en had het conservatorium doorlopen. Het was een zeer muzikaal en
aimabel persoon en heeft FAGHM muzikaal zeker op een hoger plan gebracht. De historie van
FAGHM kent ook een zwarte bladzijde. Op een zondagmiddag vlak voor een optreden bracht
Martin zijn vriendin naar Enschede. Tijdens deze rit in de buurt van de Waarbeek net buiten de
bebouwde kom van Hengelo is hij met de auto van zijn vader tegen een boom geknald. Zijn
vriendin overleed ter plekke en hij was zwaargewond. Hierdoor hebben we een paar maanden
niet kunnen optreden. Uiteindelijk konden we de draad weer oppakken. Onze gitarist Jimmy was
een lastige jongen, echt een enfant terrible. Dat bereikte tijdens een optreden in het Wijkgebouw
aan de Dieselstraat zijn hoogtepunt, nou misschien moet je zeggen: dieptepunt. In een
verschrikkelijke woede uitbarsting na afloop van het optreden tilde hij zijn Fenderversterker
boven zijn hoofd en gooide hem met een smak vanaf de bovenste verdieping op de begane
grond. Dit pikten we uiteraard niet, er liepen nog mensen beneden, en hebben hem per direct uit
de band gezet. Martin heeft na zijn herstel nog even bij FAGHM gespeeld, maar is uiteindelijk
toch gestopt. Ben Bemer van de Cotton Town Jazzband, die trouwens nog steeds bestaat, nam
zijn plaats in. Ben wilde wat meer popmuziek maken en zag bij FAGHM wel mogelijkheden
daartoe. Hij speelde toen met Beppie Kamphuis van de First Move uit Enschede, en omdat we
zonder gitarist zaten is Beppie ook meegekomen. Muzikaal gezien was dat destijds een van de
sterkste en creatiefste bezettingen van FAGHM. We waren inmiddels ook uitgebreid met Bennie
Seelen op trombone en Harrie Zwankhorst op trompet.
Het valt me op, dat er zoveel wisselingen zijn bij FAGHM, mensen komen en gaan. Heb je
daar een verklaring voor?
Eigenlijk heb ik daar nooit zo bij stil gestaan het heeft bijna altijd een toegevoegde waarde gehad
en het inspireerde muzikaal, dat is wat mij is bijgebleven. Maar daarmee was er geen eind
gekomen aan de personeelswisselingen. Begin 1969 moest Herman ten Tije in militaire dienst en
werd vervangen door de zeer jonge en talentvolle Ronnie Berends. Daarna zijn er diverse
drummerwisselingen geweest met Eddie Tichelaar en Koos Wiekenkamp. Af en toe heeft Eef
van der Wal ook de drumgelederen versterkt. Inmiddels had Pa Morsman de band al verlaten.
Kort daarna verlieten de overige blazers ook de band. Omdat Gert de ziekte van Pfeiffer kreeg,
nam Carel Swagerman, ook van de First Move, enige tijd het zanggedeelte van hem over. We
oefenden inmiddels in het huis van Ben Bemer in Lochem. Dat was tevens zijn winkel. Na het
herstel van Gert hebben ze samen als zangers in FAGHM nog wat optredens gedaan, maar het
werd al gauw duidelijk dat dit niet een ideale samenstelling was. Gert heeft er toen voor gekozen
om de band te verlaten. FAGHM bestond daarmee uit Koos Wiekenkamp, Ben Bemer, Beppie
Kamphuis, Carel Zwagerman en ik. Omdat Carel Zwagerman later naar Hilversum vertrok voor
een opleiding als cameraman, is Toon Hebink van de First Move als zanger/gitarist bij de band
gekomen.
Jij was toen als enige van de oorspronkelijke bezetting overgebleven en de band lijkt wel
een tweede huis voor de leden van de First Move. Wat voor muziek speelde jullie toen?
Muzikaal sloegen we een hele andere weg in. We speelden nummers van o.a. The Soft
Machine, Captain Beefheart, Pink Floyd en Van Morrison, maar vooral eigen composities.
Specifieke luistermuziek, maar daardoor was het speelcircuit wel kleiner geworden. We traden
op in zogenaamde ‘alternatieve clubs’ waar undergroundmuziek hot was. We speelden
muzikaaltechnisch op een behoorlijk niveau.
Eind mei 1971 besloten we om met FAGHM te stoppen, ook omdat ik in militaire dienst moest.
Ben Bemer en Beppie Kamphuis zijn met Peter Scholten, Bert ter Brugge en Koos Wiekenkamp
later doorgegaan als de groep BLOCK.
Na mijn verkorte diensttijd, de eerste lichting 71/4 die het haar lang mocht hebben, maar dan wel
met een haarnetje, ben ik bas gaan spelen bij de groep Michigan Boulevard. Dit was de groep
van Peter van Bruggen, een songwriter/journalist die later bekend werd door het KRO-
radioprogramma Het Weeshuis van de Hits. De gitarist van Michigan Boulevard speelde destijds
ook met de Belgische zanger Ferre Grignard, bekend van o.a. Ring Ring I've Got To Sing. De
VPRO heeft op 28 april 1973 in Haarlem van Michigan Boulevard life-opgemaakt en
uitgezonden.
Heb je die opnames nog?
Ik moet ergens nog een gedeelte van die opnames op een band hebben. Dat zijn dan wel de
opnames van de RONO ( toen nog Radio Noord en Oost) met een interview van ons gemixt met
de VPRO life-opnames.
In dat zelfde jaar ben ik gaan bassen bij de groep Mother of Pearl met oa. Adje Vandenberg op
gitaar, en Jos Zoomer op drums; ze vormden later de succesvolle hardrockband Vandenburg.
Frits Maters speelde toen piano. Toen ik bij Mother of Pearl kwam werd er niet veel opgetreden,
wel veel gerepeteerd en er was ruimte voor eigen nummers. Het was een hardrockgroep met
een zangeres, Ans (Boltjes- red. poparchief) heette ze geloof ik, waar Adje al de sterren van de
hemel speelde. Dit heeft maar kort geduurd.
In 1975 ben ik gaan bassen bij het dansorkest Akimbo. De bassist Egbert de Wit stopte ermee
en ik heb zijn plaats ingenomen. In dat orkest speelden verder Peter van Keulen op orgel,
Herman Oost - leadzang/trompet, Siem Duivelaar, gitaar/zang en Fred Odink op drums. Die
laatste twee hadden nog bij de close harmony groep Honest Men gespeeld. We traden vaak op
in De Bron en hotel Centraal in Haaksbergen. Die dansavonden waren heel populair. We
kwamen ook vaak in de Achterhoek. Wij hebben in mei 1976 twee eigen nummers opgenomen
in de studio van Ekkelboom (ERC – red. poparchief).
In die tijd namen veel bekende bands uit het oosten op in deze studio.
Als dansorkest is Akimbo eind 1976 gestopt, ons laatste optreden was in zaal Roord in
Oldenzaal.
Maar in 1977 zijn Peter van Keulen, de drummer Herman ten Tije en ik doorgegaan als trio.
Je werd weer verenigd met een oud maatje.
Ja, dat was wel leuke tijd en eindelijk verdienden we veel geld met het muziek maken maar dan
op bruiloften en personeelsfeesten. Eind zeventiger jaren zijn we gestopt met het Akimbo trio. Ik
was al enige tijd bezig met een studie klassieke gitaar. Maar omdat het toch weer begon te
kriebelen ben ik in 1981, samen met Peter van Keulen, Herman te Tije, Beppie Kamphuis en
zangeres Janny (Lammers – red. poparchief), ook haar achternaam ben ik tot mijn schande
vergeten, weer met een band begonnen onder de naam Train. Een traditionele band met een
goede zangeres en met lekker in het gehoor liggend repertoire, zeg maar ‘middle of the road
music’. Maar Train was geen lang leven beschoren. Eind 1982 zijn we er weer mee gestopt.
Ik ben toen een geheel andere levensweg gaan bewandelen. Door het geloof kwam ik in
aanraking met diverse muzikanten uit de religieuze hoek. Samen met Frits Maters, een
muziekdocent en ontdekker/ begeleider van veel muzikaal talent in het Oosten en Sandra en
Gert Timmerman jr. ben ik gospelmuziek gaan maken. Gert jr. speelde toen drums. Uiteindelijk
ben ik in 1988 in de gospelgroep Joyful Sound als bassist terecht gekomen. Deze zeer muzikale
groep bestond uit o.a. Gert Timmermans jr.- drums en de talentvolle gitarist/componist en zanger
Elisa Krijgsman. Elisa is later gitarist geworden in het Metropool Orkest. In Joyful Sound heb ik
twee jaar met veel genoegen gespeeld en dat was tevens mijn laatste band. Daarna heb ik mij
alleen nog met veel plezier gefocust op de klassieke gitaar.
Dus uiteindelijk ben je weer terechtgekomen bij de muziek waarmee het allemaal begon:
klassieke muziek.
Inderdaad, het begon bij klassieke muziek en eindigt ook daarbij.
Interview: Bert Freriks-Amsterdam - Juni 2014
Bert Freriks was zanger van de groep de Jinx uit Goor, niet te verwarren met de Almelose band Jinx. (red.
poparchief)
Bert Freriks ondervroeg Adri Banis, FAGHM bassist/gitarist, mede-oprichter en hekkensluiter.